HY keerde terug naar het schuurtje, maar opeens hoorde hij, heel dicht by, iemand_ schoffelen. _—Petertye dook onder de struiken. Maar toen er niets gebeurde, kwam hij weer te voorschiyn en sprong op een kruiwagen, vanwaar hi kon rondkiyken. Het eerste wat hy zag was mijnheer de Boer, die zyn tuin aan het wieden was. Hij stond met zyn rug naar Petertje gekeerd en achter hem was het hekyje ! 69 oe"